Psalm 138 - chanson ?

 

   
Home
Up
Ps 10 - Dont vient - english
Ps 10 - Dont vient cela
Ps 22 - Ut queant laxis
Psalm 36 & 68
Ps 66 & 72 werelds ?
Psalm 138 - Calvijn
Psalm 138 - chanson ?

The tune of Psalm 138, de melodie van psalm 138, & Une pastourelle gentille

[summary: contrary to the usual view I maintain that the Genevan melody of Psalm 138 is not a contrafact of Marot's chanson Quand vous vouldrez faire une Amye or the Noel Une pastourelle gentille, same melody. Why? Simple: The basic criterion of a contrafact is singability of the new text on the old tune, some difficulties permitted. This criterion is not met. ERGO: thesis falsified. The maximum statement allowed is; The first two lines (repeated, so 4 lines) are borrowed from, inspired by the chanson. Simply printing the melodies together with the texts is telling enough. Try to sing the Psalm on the tune of the chanson. You won't succeed. Judge for yourself:

 

melody of the Noel-chanson compared with the melody of the Psalm

 

Opmerkingen/remarks:

  1. beide melodieën zijn misschien aan elkaar verwant, maar bepaald niet identiek. / The melodies share some melodic patterns

  2. Psalm 138 kun je echt nìet zingen op de melodie van dit chanson. / One can not sing the text of Psalm 138 on the melody of the chanson (so it is not a contrafact strictu sensu)

  3. De maker van de melodie van psalm 138 is heel kundig geweest in zijn bewerking en heeft een zeer fraaie nieuwe melodie geschapen, die zeer lang, zeer afwisselend en volkomen in balans is. /The composer of the melody of Ps. 138 has created a longer melody than the one of the chanson (more lines), which is balanced  in itself. 

  4. Niet van belang, maar toch: een chanson-melodie, ook van een 'Noël' is nog wel wat anders is dan een volks liedje of een volksliedje.

 

EXTRA ACHTERGROND info

 

Psalm 138 is volgens de psalmautoriteit Pierre Pidoux (zaliger nagedachtenis) de enige psalmmelodie  die direct is ontleend aan een chanson. Dat is niet veel als je bedenkt dat Orentin Douen in zijn boek Clément Marot et le Psautier Huguenot (2 dl. Parijs, 1878/1879) maar liefst 37 chansonmelodieën noemt om zijn overall stelling dat psalmmelodieën op chansons zijn geínspireerd, te onderbouwen. Hoewel deze stelling al vroeg in de de twintigste eeuw is gefalsifieerd, hoor/lees je haar toch nog geregeld. Pidoux geeft in zijn onuitgegeven laatste studies nog een plaats aan het mooie verhaal dat psalm 72 gezongen wordt op de wijs van een chanson ‘Petite Camusette’ en dat psalm 66 (melodie van 118) wel eens geklonken zou kunnen hebben au son de la cornemuse… , d.w.z. met een doedelzak. Zie hiervoor een apart bestand. In zijn voetspoor blijft dr. Edith Wéber de afhankelijkheid van de melodie van Psalm 138 van z'n wereldse voorbeeld staande houden. Die opvatting lees je dan ook overal. Nochtans is ook deze laatste rest van Douen's romantische idee niet houdbaar. (z.b.)

 

Gegevens en analyse : Pierre Pidoux, Franc, Bourgeois, Davantès, leur contribution à al création des mélodies du psautier de Genève, 2 dln. Genève 1993), onuitgegeven studie. de verwantschap tussen psalm 138 en de Noël Une pastourelle gentille  worden geanalyseerd dl. 1 p. 61-63

 

Onhoudbaar, want de basisvoorwaarde om van contrafact te spreken is de zingbaarheid (evt. met wat aanpassingen, die echter vrij voordehandliggend moeten zijn) van de nieuwe tekst op de oude melodie.

1. De psalmtekst is echter helemaal niet zingbaar op de melodie van het aangegeven chanson. Aantal regels en regellengte komen niet overeen. De verschillend zijn ook niet makkelijk te overbruggen.

2. De melodische overeenkomsten kunnen voor een groot deel ook verklaard worden van uit de innerlijke wetmatigheden van de melodievorming in het algemeen. Als je binnen een bepaalde kerkelijke modus op een welbepaalde manier een melodie begint, dan zijn er daarna niet zo heel veel mogelijkheid meer.

 

 

De melodie van psalm 138 werd voor het eerst gepubliceerd in 1543 (eerste bewaarde gedrukte versie: Cinqunate Pseaulmes, Lyon, 1548; voor de melodie tussen 1539-1542 zie apart artikel)
Het chanson van Clément Marot is eigenlijk een Noel (een kerstliedje): Une pastourelle gentille. Zeer populair, want nog present in het door Dirk Sweelinck geredigeerde Livre Septième. dat is het boeck van de zangh-kunst, Amsterdam 1641: een fraaie 4-stemmige bewerking van Hubertus Waelrant. Deze noël publiceerde Marot voor het eerst in zijn 'Adolescence Clementine' (1532), als chansons XXV wat de melodie betreft onder verwijzing naar het vorige chanson (XXIV, Quand vous vouldrez faire une Amye... Het was voordien al opgenomen in Pierre Attaignant Trente huit chansons musicales, Paris 1530.

 

EXTRA: De melodie van psalm 138 ligt ten grondslag aan een bekend Duits gezang ‘Mit Freuden zart’ (Evg. Gesangbuch 106 / Liedboek 216). Dit is een lied van Georg Vetter uit 1566, afkomstig uit de Boheemse broeders, een groep christenen aan wie de gemeentezang veel te danken heeft. De suggestie (die volgens Pidoux overblijft, nl.) dat Marot psalm 138 herdichtte terwijl hij in zijn versopbouw bewust naar zijn chanson verwees is eigenlijk - met alle respect voor Pidoux - tamelijk futiel. De originele versopbouw loopt namelijk juist niet opvallend parallel loopt aan het chanson, maar is zoals bijna elke psalm van Marot: origineel. Afin: oordeel zelf

TEKST chanson XXIV en XXV uit l’adolescence clémentine (1532) en pseaulme 138 (1543)
MELODIE chanson uit Attaingnant (januari 1529 (oude stijl, dus = jan. 1530) ; psalm 138 (ed. 1543 Geneve)]
 

Chanson XXIV

 

Quand vous vouldrez faire une Amye,
Prenez la de belle grandeur,
En son Esprit non endormie,
Et son Tetin bonne rondeur,
Doulceur
En cueur,
Langage
Bien sage,
Dansant, chantant par bons accords,
Et ferme de Cueur, et de Corps.



Si vous la prenez trop jeunette,
Vous en aurez peu d'entretien:
Pour durer prenez la brunette
En bon point, d'asseuré maintien.
Tel bien
Vault bien
Qu'on fasse
La Chasse
Du plaisant Gibier amoureux:
Qui prend telle Proye, est heureux.

 

Chanson vingtcinquiesme
du jour de Noël
 

Une pastourelle gentille,
Et ung Bergier en ung Verger
L'autrhyer jouant à la Bille
S'entredisoient pour abreger,
Roger,
Bergier,
Legere
Bergiere,
C'est trop à la Bille joué.
Chantons Noé, Noé, Noé.



Te souvient il plus du Prophete
Qui nous dist cas de si hault faict,
Que d'une Pucelle parfaicte
Naistroit ung Enfant tout parfaict?
L'effect
Est faict:
La belle
Pucelle
[A eu un Filz au Ciel voué,] [A ung filz du ciel advoué,]
Chantons Noé, Noé, Noé
 

Pseaulme Cent trentehuictiesme
Confitebor tibi Domine in toto corde
 

Il fault que de touts mes Espritz
Ton loz, et pris
J'exalte, et prise.
Devant les grands me presenter,
Pour te chanter,
J'ay faict emprise.
En ton Sainct Temple adoreray,
Celebreray
Ta renommée,
Pour l'amour de ta grand' bonté
Et feaulté
Tant estimée.

Car tu as faict ton Nom moult grand
En te monstrant
Vray en parolles:
Des que je crie, tu m'entends.
Quand il est temps
Mon cueur consoles.
Dont les Roys de chascun pays
Moult esbahys
T'ont loué, Sire,
Apres qu'ilz ont congneu que c'est
Ung vray arrest
Que de ton dire.

Et de Dieu, ainsi que je fays,
Chantent les faictz
A sa memoyre,
Confessants que du Toutpuissant
Resplendissant
Grande est la gloyre.
De veoir si bas tout ce qu'il fault
De son plus hault
Throne celeste,
Et de ce qu'estant si loingtain,
Grand, et haultain,
Se manifeste.

Si au milieu d'adversité
Suis agité,
Vif me preserves,
Sur mes ennemys inhumains
Jectes les mains,
Et me conserves.
Et parferas mon cas tout seur,
Car ta doulceur
Jamais n'abaisses:
Ce qu'une foys as commencé,
Et advancé,
Tu ne delaisses.

29 augustus 2004 / uitbreiding met melodielijnen en eerste analyse 24 september 2004 / herziene analyse 4 oktober 2004 / correctie 16 februari 2005 / Summary 12 november 2009